streekverhaal elsehofToen de laatste Strick van Linschoten in 1849 overleed, erfde het Duitse nichtje Else van Arnim het gehele landgoed. Zij liet in 1855 een boerderij bouwen centraal in het park. Die boerderij is een opvallende representant van de zogenaamde Chaletstijl, die overigens pas in 1875 in Nederland opgang zou maken. De Duitse afkomst van Else verklaart de vroege verschijning van deze stijl hier in Linschoten. De stijl gelijkt op die van Duitse en Zwitserse chalets en maakte furore als “Beierische stijl”.
Door de uitbreiding van het spoorwegnet werden destijds grenzen verlegd. De welgestelden kozen door de snelle verbinding vooral Zwitserland als vakantiebestemming en brachten nieuwe invloeden mee terug.
De chaletstijl kenmerkt zich door gebruik van veel hout, zaagwerk en overstekende kappen boven witgepleisterde muren. De stijl is nooit echt doorgebroken, maar werd al snel als ouderwets ervaren. Toch is hij op landgoederen en in parken wel toegepast, omdat er rust van uitstraalde.
Vanaf het toegangspad naar het Landgoed weerspiegelt het zomerhuis van de boerderij zich in de gracht. Het is bijna identiek aan het niet zichtbare hoofdgebouw en vormt een prachtig ensemble met de omringende beplanting.
De familie Van Arnim was toch meer geworteld in Duitsland en verkocht het landgoed in 1891 aan sigarenhandelaar Gerlacus Ribbius Peletier.

Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.