Terug naar het overzicht

Levenszinnebeelden

Ruit- en Ing-rune. Vruchtbaarheidszinnebeelden

De vruchtbaarheid die de natuur ons schenkt is in onze eeuw, vooral voor de stedelijke bevolking, een zoo vanzelfsprekend feit geworden, dat er niet meer dieper over wordt nagedacht.

Het verband tusschen de natuur en het leven van mensch en dier ging immers in de stad bijna geheel verloren. Hoe heel anders staan de boeren hier tegenover, die er zoo volkomen van afhankelijk zijn. En daarom is het dan ook geen wonder, dat in het leven van onze Germaansche voorouders, die toch in hoofdzaak boeren waren, de vruchtbaarheidszinnebeelden een zoo voorname plaats innamen. Misschien meer nog dan bij de andere zinnebeelden, beseffen we hoe juist het was om in de inleiding over de wereldbeschouwing van den boer te spreken, toen we een verklaring voor den geestelijken achtergrond van deze symboliek gaven.

Deze vruchtbaarheidswensch gold niet alleen voor de op de akkers staande vruchten of voor de dieren in den stal. Een groot aantal gezonde kinderen werd minstens zoo belangrijk gevonden, daar hiervan toekomst en behoud van de geheele familie, van den geheelen volksstam afhing. Een gedachtegang, die helaas de laatste jaren door vele Nederlanders niet meer begrepen is.

Op grond van deze levensopvatting is het volkomen verklaarbaar, dat in vele zinnebeelden, wellicht naast andere bedoelingen, in de eerste plaats een levens- en vruchtbaarheidsteeken moet worden gezien.

Tot de belangrijkste behooren de ruit en de ing-rune, waarvan de eerste waarschijnlijk uit de tweede ontstaan is.

De ruit is een typisch vrouwelijk teeken en een voorstelling van de moederschoot, waaruit het jonge, nieuwe leven geboren wordt. De vrouwelijke beteekenis kunnen we onder nog vele andere voorbeelden terugvinden in den ruitvorm van vrouwelijke zegels en familiewapens. Ook op sommige deuren in Doesburg, Naarden, Hattem en in andere oude stadjes komen ruitvormige figuren voor, die ons even aan het Indo-Germaansche begrip van de "levensdeur" doen terugdenken. In bovenlichten zijn het vooral ruiten met een maal-kruis erdoor, die sterk in onze steden en op het platteland opvallen. Dit maalteeken, een zinnebeeld der vermeerdering, werd later in de wiskunde in eenzelfde beteekenis overgenomen. De gekruiste ruit is dus wel een bijzonder mooie combinatie van twee verwante zinnebeelden, die volgens Herman Wirth reeds in den jongeren steentijd de beteekenis van "moeder" zou hebben gehad.

Als gevelteeken en muurinmetseling komen nogal eens eenige ruiten of vierkanten gezamenlijk voor, waaraan de zinvolle naam van den "geploegden akker" is gegeven. Want ook de met ploeg-voren doortrokken akker belooft vruchtbaarheid en nieuw leven in komende tijden. Wederom hebben wij hier te doen met een teeken, waarvan de oorsprong teruggaat tot in de grijze oudheid en dat tot een der eerste levenzinnebeelden behoort.

Bron: Algemeene inleiding over de beteekenis en den achtergrond van de in Nederland voorkomende zinnebeelden.