Terug naar het overzicht
Door: Streekmuseum Reeuwijk 20 december 2018

Thema's


Plaatsen

Turfwinning

Midden in het Groene Hart, even ten noorden van Gouda liggen de Reeuwijkse Plassen. De Reeuwijkse plassen zijn dertien plassen tussen Bodegraven en Gouda, ten oosten van het dorp Reeuwijk. Twaalf daarvan zijn veenplassen, ontstaan door turfwinning. Van noord naar zuid zijn dat: de Sloene, Ravensberg, Gravekoop, Groot Vogelenzang, 's-Gravenbroek, Klein Vogelenzang, Elfhoeven, Klein Elfhoeven, Vrijhoef, Nieuwenbroek, Kalverbroek en Roggenbroek. De dertiende plas, Broekvelden/Vettenbroek is ontstaan door zandwinning voor de uitbreiding van rijksweg A12 en de aanleg van de Goudse wijk Bloemendaal in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw en staat ook bekend als de "Surfplas".

De Reeuwijkse plassen
De plassen hebben allemaal een rechthoekige vorm, waarin de vroegere verkaveling van de weilanden nog valt te herkennen. De totale oppervlakte is circa 735 hectare.

De Reeuwijkse en Sluipwijkse plassen zijn ontstaan in de loop van de 18e en 19e eeuw. Destijds werd serieus begonnen met het afturven, dat wil zeggen het afgraven van de bovenste laag van het veen. Deze werd gedroogd en de zo ontstane turf werd gebruikt voor het verwarmen van de huizen en voor de industrie. Daarbij moet gedacht worden aan de Goudse keramiekfabriek, Goudse pijpenfabriek en ook het Goudse Kuitbier. Dit bier wordt tegenwoordig weer gebrouwen. Hoe belangrijk de turf was, kan men bijvoorbeeld zien aan de staatnamen; Turfsingel en Turfmarkt.

Door het steeds dieper afgraven van het veen kwam men al snel beneden het grondwaterpeil en moest men met een baggerbeugel graven. Dit is een lange stok van 5 meter waaraan een ijzeren beugel zit, waar een net in hangt welke het water doorlaat, maar waar het bezinksel (veen) in blijft hangen. Hierdoor ontstonden de plassen. Aan het eind van de negentiende eeuw vond men de plassen een bedreiging vormen voor de omliggende polders en werden er plannen gemaakt om de plassen droog te leggen. Op 20 juli 1930 werd door Provinciale Staten van Zuid Holland definitief tegen inpoldering beslist.

Bron: Streekmuseum Reeuwijk