Luilekkerland

Auteur deutrechtsevenen.nl
door deutrechtsevenen.nl
26 maart 2020

In de Middeleeuwen maakte op deze plek het oorspronkelijke veenmoeras plaats voor landbouwgrond. Het zware ontginningswerk werd verricht door horigen. Dit waren boeren die een stuk grond te leen kregen van een landheer. Zij werden met aantrekkelijke namen naar het werk gelokt. Zo is Kockengen afkomstig van Pays de cocagne, dat ‘luilekkerland’ betekent. Tegenwoordig worden de veenweiden vooral gebruikt door melkveehouderijen. De boeren beschermen ook weidevogels en bevorderen bloemrijke slootkanten.

Bij het ontginnen werd het veenmoeras systematisch in langgerekte stukken verdeeld. De ontginning begon vanaf de rivieroevers. Aan de achterkant legde men een kade aan vanwaar de volgende ontginning begon. De Wagendijk is zo’n ontginningsbasis. Hier liggen de restanten van een merkwaardig stukje waterstaatsgeschiedenis. Twee kilometerslange vaarten, de Bijleveld en de Heicop, liggen er naast elkaar om het water van naburige polders naar het noorden af te voeren. De Bijleveld loopt van de Oude Rijn naar de Amstel. De Heicop loopt naar het oosten en loosde zijn water vroeger in de Vecht.

Verscheidene boeren maken boerenkaas, dit was voorheen dé manier om melk houdbaar te maken. De grondsoort en de kruiden in het gras geven de kaas een unieke smaak. Naast de zwartwitte melkkoe hebben melkveehouders hier ook oud-Nederlandse koeienrassen als blaarkoppen, lakenvelders en witrikken. De boeren in het gebied belasten de slootkanten
minder met mest. Hierdoor keren veel bijzondere planten terug. Weidevogels als de grutto krijgen ook alle aandacht. Deze vogel vliegt elk voorjaar helemaal vanuit Afrika naar dit veenweidegebied om te broeden. Roerdompen en hazen voelen zich ook thuis in de polder.